Onderzoek Jaarlijks buigen Nederlandse rechters zich over vele zaken die niets met Nederland te maken hebben en waarin bijvoorbeeld dubieuze partijen uit Rusland of Moldavië tegenover elkaar staan. De BV Nederland vaart er wel bij, maar de kosten voor de samenleving zijn hoog.

‘Wie bent u?’ vraagt de rechter van het Amsterdamse gerechtshof aan de man in zwarte joggingbroek en sweater met zwarte pet, gouden ketting en een rugzakje, die tegenover hem gaat zitten. ‘My English bad, no translate. Do speak Russia and Ukrainia’, begint hij. Uit een meegebracht document blijkt dat hij, de Oekraïner Viktor Litevshuk, sinds enkele weken bestuurder is van Orsford Limited. Dat is een bedrijf op de Britse Maagdeneilanden dat gedaagd is voor het Amsterdamse hof, maar Viktor heeft geen advocaat en ook geen tolk.
De zaak is aangespannen door Sergej Molozhavy, een Rus in spijkerbroek en op gympen die in Moskou woont ‘maar fiscaal gezien op Cyprus’. Hij heeft een conflict met Orsford over een schuld van tien miljoen euro die niets met Nederland te maken heeft. Molozhavy exploiteert een aantal appartementencomplexen in Moskou, maar dat doet hij via het Nederlandse bedrijf North East Partners BV. Dat staat bij een Amsterdams flexkantoor ingeschreven omdat dat ‘fiscaal gezien comfortabeler’ is.
Door dit brievenbusbedrijf moet de Amsterdamse rechter zich vandaag verdiepen in een onontwarbaar conflict. ‘Ik heb nog nooit zo’n chaotische zitting gezien’, zegt de persvoorlichter, die er vanwege onze belangstelling bij is komen zitten. Behalve de Oekraïner en de Rus heeft zich ook de advocaat van een Russisch bedrijf gemeld dat de nieuwe eigenaar zegt te zijn van de schuld van tien miljoen. Om dat laatste te bewijzen, wordt een stuk papier overhandigd. ‘Ik kan nog net lezen dat er 24 december 2019 staat, en “Note of assignment of right to claim the debt”’, zegt de rechter daarover. ‘Verder zie ik niks.’
Het Russische bedrijf overhandigt ook nog een kopie van een vergeeld bonnetje van een Russisch postkantoor. De rechters kijken er glazig naar; het stuk is in het Cyrillisch geschreven, het enige wat de rechter kan lezen is het poststempel. ‘Dit is gek, u beweert dat het stuk in 2019 is verstuurd, maar het poststempel dateert uit 2018’, zegt een van de rechters. En het leencontract is naar Russisch recht. ‘Hoe zit dat volgens u, in Russisch recht?’ vraagt hij aan een van de advocaten. Die stamelt. ‘Niemand hier is expert in Russisch recht, in Utrecht en Leiden wordt dat niet onderwezen.’
Zaken als deze zijn voor de Nederlandse rechtbanken geen uitzondering. Jaarlijks worden in ons land duizend tot tweeduizend zaken gevoerd die vrijwel niets met Nederland te maken hebben, tussen bedrijven die hier voornamelijk zitten om belasting te ontwijken of hun al dan niet gestolen bezit veilig te stellen, zo blijkt uit onderzoek van platform voor onderzoeksjournalistiek Investico voor radioprogramma Argos en De Groene Amsterdammer. Buitenlandse conflicten komen hier voor de rechter door de duizenden brievenbusbedrijven die hier gevestigd zijn. Iedereen met een in Nederland geregistreerde bv kan hier een rechtszaak beginnen of zelf voor de rechter worden gesleept, ook als het conflict niets met Nederland te maken heeft. Nederland heeft een van de meest open rechtsstelsels ter wereld, waarin rechters dit soort zaken vrijwel nooit mogen weigeren. Maar dat begint te knellen.